Tijdens het verschonen van de baby (laten we hem Bram noemen, want zo heet ie) zwelt de katoenen milieuvriendelijke luier plotseling op en vult in een oogwenk de hele babykamer.
Ik droom steeds vreemder de laatste tijd…
… de luier, nu al zo groot als een olifant, zweeft als een lome luchtballon -met daaronder op z’n kop: onze Bram’, die het heel gewoon vindt, langs de trap omhoog en verdwijnt via het Vinex zolderraam langzaam maar onherroepelijk naar buiten.
Ik zie nog dat babybram tijdens zijn hemelvaart een speen is verloren en roep hem na: ‘Bram, je speentje. Je vergeet je speentje’.
Vreemd wat die beloofde gebroken nachten met je dromen doen, want Bram is geen spener maar duimer.
Muisjes
Maar ook… de bel gaat terwijl de vijfde beschuit breekt onder de besmering van te harde roomboter -ja niet op tijd uit de koelkast gehaald- terwijl de rijkelijk gemorste muisjes krakend onder mijn schoenen vergruizen.
Maar dat is geen droom.
Tante T.
Het is tante Tineke. Ook nog eens vijf minuten te vroeg. Haar verzoek tot babybezichtiging had meer weg van een directie mededeling. Plaats, datum, tijd werden, op een toon die geen tegenspraak duldt, met onweerlegbaar gezag doorgegeven.
Tante T. zit zoals dat heet in mijn allergie. Ok, ik werk er aan, maar alle Tinekes die ik ken hebben iets. Iets onaangenaams. Het is de collega die als de vergadering bijna is afgelopen nog een paar puntjes op de i wil zetten. Tineke is ook die buurvrouw vier huizen verderop die de hond ’s nacht uitlaat en hele gesprekken met het beest voert. Zinnen die steeds met ‘we’ beginnen. ‘We gaan even een plasje doen lieverd’. Keihard onder ons slaapkamerraam.
Mijn vrouw kan heel goed met tante T., maar is op dit moment vooral ‘moeder van’ en doodop, omdat Bram de info van de babysite nog niet helemaal heeft verwerkt: ‘je baby slaapt steeds zo’n 16 uur per dag als hij 3 weken oud is.’ Het lijkt meer op 3 uur per dag slaap met de longcapaciteit van een kind van 16 weken’. Dus zij ligt in een droomloze coma – rug naar de deur gedraaid in de laat-me-nu-met-rust-of-ik-vermoord-je houding.
Tante T. (de AVG wetgeving vraagt om anonimisering) maakt haar kordate reputatie waar.
Bezichtiging
Na een adembenemende omhelzing word ik gesommeerd baby B. op te halen ter bezichtiging.
B. word zorgvuldig gescand. Alle onderdelen blijken geleverd door de familie van mijn vrouw: de neus van grootvader, het voorhoofd van haar vader, het kuiltje in de linkerwang van mijn vrouw, etc. Tante T. kijkt naar mij, naar B., naar mij en zegt bedachtzaam ‘nee, je zou zo op het eerste gezicht niet zeggen dat jij de vader bent’. Nee, B. is echt helemaal van de koude kant.
Ik serveer tante T. een beschuit met muisjes, maar breek voordat ik de keuken verlaat die enige gave beschuit wel zorgvuldig in tweeën.
Als tante T. het pand verlaat bestel ik online een baby T-shirt met voorop de tekst: ‘ze zeggen dat ik op mijn tante lijk’ en op de achterkant ‘maar dat trekt nog wel bij, zegt de dokter’.
Maar dat had ik dan weer gedroomd.